Dwergschnauzer

Klein maar dapper, zo kan je de Dwergschnauzer zeker noemen. Hoewel hij niet hoger is dan 30 centimeter is deze hond geen doetje. De hond is oorspronkelijk gefokt als waakhond en heeft een pittig karakter. Echter, Dwergschnauzers staan vooral bekend om hun loyaliteit. De zijn het liefst bij hun baasje en volgen hem op de voet.

De Dwergschnauzer stamt af van de gewone Schnauzers. Deze honden hebben een lange geschiedenis. Het waren vooral allround boerderijhonden. De geschiedenis van dit ras gaat terug tot de 15e eeuw. Boerderijen werden in die tijd, en overigens nog steeds, geplaagd door ongedierte. Boeren waren dus altijd op zoek naar een hond die ratten voor ze kon vangen. De Schnauzer werd daarom zo gefokt dat hij wat kleiner werd. Dat werd gedaan door het dier te kruisen met Affenpinschers en poedels. Hierdoor was hij (nog) beter geschikt om ratten te vangen.

De Dwergschnauzer hoort bij het ras van de terriërs. Toch heeft hij niet het pittige, vurige gedrag van een terriër. Het is dus een beetje een atypisch dier. Deze hond heeft een wat zachter karakter dan de gebruikelijke terriër. Hij is meer open, gehoorzaam en doet niets liever dan bij zijn baasje in het gevlei komen. Daarnaast is deze hond erg goed met jonge kinderen en kan hij vrij goed omgaan met andere honden. De hond is daarom een prima gezinshond.

De Dwergschnauzer is een vriendelijke hond die graag bij zijn baasje in een goed blaadje komt. Het dier leert graag en is erg intelligent. Wel is het belangrijk dat je de training een beetje interessant en afwisselend houdt. De hond heeft er een hekel aan om constant hetzelfde te moeten doen. Uiteraard is het verstandig om het dier al op jonge leeftijd in contact te brengen met andere honden en andere mensen.