Een van de leukste honden uit Zuid-Amerika is de Havanezer. Het dier komt oorspronkelijk uit Cuba en is in de 18e eeuw naar Europa gekomen. Het dier heeft een prachtige vacht. Dat voordeel heeft echter ook een nadeel: hij moet (bijna) dagelijks geborsteld worden. Het dier heeft een tomeloze energie en is altijd in voor een verzetje. Zodra dat ze merken dat iemand aandacht aan hen besteedt, is niets ze te gek.
De Havanezer stamt komt uit de Bichon-familie. Het dier stamt hoogstwaarschijnlijk af van de Bichon Frisé en de Maltezer. De hond heeft nooit echt een taak gehad. Het is altijd een gezelligheidsdier voor de rijken geweest. Waarschijnlijk zijn deze honden via Europese koopvaardijschepen op het eiland terecht gekomen. De Cubanen hebben het ras echter verder verfijnd. De Cubaanse revolutie bracht het voortbestaan van de hond in gevaar. Het ras is echter in Amerika in stand gehouden.
Havanezers zijn echter gezelschapshonden. Ze zijn graag bij hun baasje(s) en vinden het helemaal niet erg om verwend te worden. Het dier heeften vrolijk, opgewekt karakter. Het is echter geen hond voor mensen die vaak weg zijn, de hond heeft er namelijk een bloedhekel aan om alleen thuis te zijn. Daarnaast beschikken Havanezers over een bijzonder groot empathisch vermogen. Ze nemen de stemming van hun baasje over. De hondjes zijn vrij intelligent en leren graag. In het verleden werden Havanezers ook wel in het circus gebruikt. Dat was niet alleen zo omdat ze er zo aandoenlijk uitzien, maar ook omdat ze zo snel kunstjes leren!
Het opvoeden van de Havanezer is niet moeilijk. Wel is het belangrijk dat je het dier op een positieve manier opvoedt. De honden zijn namelijk enorm gevoelig. Wanneer je tegen ze uitvalt, merken ze dit meteen. Neem daarom wel de tijd voor de opvoeding. Daarnaast is het ook goed om de pup al op jonge leeftijd kennis te laten maken met nieuwe plaatsen, mensen en honden.
Copyright © 2021 Huisdierengids