De Japanse Chin is één van de meest sierlijke honden die er is. Het is geen wonder dat dit dier in het verleden alleen gehouden mocht worden door leden van de Japanse Keizerlijke familie. De Japanse Chin is sinds 1964 één van de nationale symbolen van Japan.
Er is heel weinig bekend over de oorsprong van de Japanse Chin. Zelfs het land waar de hond is ontstaan wordt betwist. Sommigen beweren dat de hond in China is gefokt. Weer anderen stellen dat Boeddhistische monniken deze eer verdienen en weer anderen zeggen dat de hond in Korea is ontstaan. Er is echter geen twijfel over dat het ras, zoals we dat nu kennen, door Japanse aristocraten tot stand in gebracht. Een van de redenen waarom we zo weinig weten over de Japanse Chin is dat Japan tot 1854 gesloten was voor het Westen. Het soort was tot dan toe onbekend in ons deel van de wereld.
De Japanse Chin is vrij empathisch. De hond kan de stemming van zijn baasje precies aanvoelen en neemt die stemming over. De Japanse Chin weet zelf vrij goed dat het een mooie hond is en heeft er geen enkel bezwaar tegen om in het minden van de belangstelling te staan. Daarnaast is het ras ook vrij intelligent én vergeten ze zelden wat. Een vreemde die jaren geleden op hun sympathie kon rekenen onthouden ze, maar het tegenovergestelde is ook waar. Het bezitten van de Japanse Chin is heel erg leuk, maar je moet er rekening mee houden dat je daar ook wat voor moet doen. De vacht van de hond moet namelijk iedere dag geborsteld worden, om klitten te voorkomen.
De opvoeding van de Japanse Chin is zelden moeilijk. Dit ras wil graag doen wat zijn baasje van hem verlangt. Wel is het ontzettend belangrijk om de tijd te nemen voor de opvoeding. De hond is intelligent en leert snel, maar dat neemt niet weg dat het hem tijd kost. Daarnaast zijn de honden erg gevoelig. Wanneer het baasje ongeduldig wordt tijdens de opvoeding, dan nemen de honden dit over en worden ze onzeker. Om die reden moet de hond op een positieve manier en met geduld worden opgevoed.
Copyright © 2021 Huisdierengids